Achter de luiken
vol staat het lege
sluit kade rivieren de zee
opgetogen verworpen het strand
één enkele meeuw katoen ben je gek
ontbeert een eeuw of dwee
ijswekt het ontbreken van stemmen
vol staat het lege of het droge
dat is nergens noch de nacht
alles altijd knabbelt zo rustig
terwijl zij bij die rots verdwijnt
vol staat het lege
met een afgronds geopende mond
die alle geile gratie
gretig glimlachen doet
kiert in de ijzeren grammaticaliteit
van het geloken zijn
daar zwiert hardnekkig
het feromoon
maandag 29 oktober 2007
gedicht
gemailed op 13:04
van / from : Adriaan Krabbendam
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten