vrijdag 21 december 2007

En of dat rijmt

I

wat was er eerst:
het berkenbosje

of mijn streepjescode

maf maar de kraaien
vragen zich niet af


wel de boompiepers
die doen niet anders

en ik

ik stommel
stommel middenin



II

aan de recalcitrante niesbui
aardsnot geef mij prijs

starend
op end of onbevattelijkheid

zoals daar zijn

het onvermogen van holtes
gedwarrel van hersenactiviteit

of de geslepen gein
van eiwit, elektrode

in de strook heelal
waar zij Zich snuit



III

lijk elders

in de opengevouwen
zakdoek zandkwallen & zeefluim

oervocht aan raakstrand
heult met het schuim

jutwerk schering is
inslaand verdriet

schateren honden
langs rovers’ spoor

zuster
stelt zich uit tot morgen

wordt kwal
kadaver
zorgen -



IV

dan zwijgend maar drentelen
aan lamsoor of luchthart

drenzen op tocht
het sparren - ook het sparrenbos

niet veilig voor mijn blik



V (landhalte)

maar schuchter zaadje
van verworpen tomaat
bevrucht de velden

bijoogmerk is
avondrood

een roedel koeien
picknickt in de
schaduw van

mager bosje



deert niet
de boerse beuk:

onaangedaan toont zij
in snibbig licht

de veerkracht van haar hout
in takken

Geen opmerkingen: