donderdag 1 november 2007

Gedicht

Vaandelzwaaien


introibo ad altera dei


met dedain en elan in zijn vestzak

visiteert de vader het volk


dat is geprogrammeerd gecharmeerd van zijn ferrari

vol daverende dilemma's in de vorm van

opgespoten kustlijnen en omgevingsbedreiging


gevreesd wordt voor de van hun torens blazende weters

het tuimelen nooit moe nooit moe van het tuimelen

en met een embouchure om u of eek tegen te spreken

want dat

hebben zij van hun meesters


de galeien stromen vol

meer roeiers dan roeibaars

meer klinkers dan vissers

meer kwetter dan wetter

en de trom doet van dom


nu volgen de cheapleaders

in hun vale tutu's

waarachter vermoed wordt

de reductie en redactie van het kaf


wie anders dan de glimmende legerleiding

belooft vandaag vrijlating vermindering van straf

terwijl de bolbroek zich volschijt

om een verweesde takelwagen

een werkloze steenhoop

een handdoek voor niets

de te vondeling gelegde kringspier

van zijn hoogsteigen

vrouw


en de ring zwemt in de verlaten arena

en de ring is van vierkant

en de ring slaapt in


*


wij slapen

wij verdwijnen gedwee

in de geregistreerde ovatie

en de heuvels klappen mee


net als de speciaal daarvoor opgestelde

ruisende palmen


en het vee





Otto Maanzaad





Geen opmerkingen: