woensdag 14 november 2007

Aantekeningen (JZ)

Vergetelheid


... en vergetelheid vindt in de zucht der stilte, een randje om zich het
schone binnen te trekken, tevergeefs, want deze rand is als sprekende
lippen, de grens tussen [w]oorden die nog ver zijn.

een wieg schommelt zich stil, leugens aan de flanken van het verlangen,
vallen de stilte binnen, maar zij zijn als tuimelaars voor het kind een
confrontatie met het opwaartse, een abstractie die je daar wacht naast
waarde verlangens van je ziel nog omgekeerd beeldloos, een operatie
onder [de] oppervlakte vindt plaats elders dan waar ik ben en droef viert een
traan echtheid.

zonder mij zal de leugen verschaald en noodlottig zijn, zonder mij zal [je]
zonder leugens kunnen zijn, het graf van kennis, slaap en credo
vindingrijk[e] ingezetene van mijn nacht, de kaakklem zal in krachten
toenemen tot zijn vaneen gaat en ik een moddermens wordt met bloemen
op haar ogen, haar buik, kindje mijn lach is een buik voor jouw slaap.

Geen opmerkingen: